Voorbeeldbrief aan verhuurder

De CO2-reductie­tool

De CO2-reductie­tool

Introductie van de CO2-reductietool voor het opstellen van een portefeuilleroutekaart zorgvastgoed care organisaties. Kenmerken, tips en de tutorial helpen je op weg.

Direct naar de tutorial

Kenmerken van de CO2-reductietool

  • snel inzicht
  • in te vullen door projectleiders vastgoed
  • resultaat goed leesbaar voor bestuurders
  • zelf aan te passen naar de eigen situatie
  • per gebouw in te zetten
  • geeft een cumulatief beeld voor alle gebouwen.

Tips voor invullen

  • Lees Hoe maak ik een portefeuilleroutekaart
  • Start met je eigen panden, maar neem huurpanden uiteindelijk ook mee. In de CO2-tool kun je aangeven of een pand eigendom of huur is. Stop de huurpanden (per verhuurder) in een aparte CO2-tool. Lees verder over huurpanden in de CO2-tool.
  • Werk van groot naar klein.
    • Meerdere kleine locaties (<150 m2) vergelijkbaar in bouwjaar/onderhoud kunnen worden samengevoegd op één tabblad.
    • Als jouw organisatie zeer veel locaties (>50) heeft, raden we je aan meerdere CO2-tools te gebruiken. Dit is ook handig als je routekaarten per regio wilt maken. Met het overkoepelend main dashboard kan je de tools vervolgens samenvatten.
  • Begin bij het invullen van de erkende energiemaatregelen maatregelen die je al weet. Laat dit zien aan je collega’s (de plaatjes werken motiverend!) en werk met hun verder richting de doelen van 2030 en 2050.

Zo ziet de CO2-tool er uit

Dashboard van de CO2-reductietool
Dashbord van de CO2-reductietool. Hier zie je de resultaten.
Locatietabblad van de CO2-reductietool
Locatietabblad van de CO2-reductietool. Hier plan je de maatregelen in.

Tutorial CO2-reductietool versie 2.0.1

Deze tutorial laat je alle onderdelen van de CO2-reductietool zien met toelichting en tips hoe je ze gebruikt.

Ondersteuning

Heb je vragen over het gebruik van de CO2-reductietool?

  1. Kijk bij Ondersteuning bij de CO2-routekaart
  2. Kijk hieronder bij de Veelgestelde vragen over de tool.
  3. Schrijf je in voor het eerstvolgende online Vragenuurtje. Dit zijn webinars waarin meerdere vragen worden behandeld en je ook zelf vragen kunt stellen. De CO2-reductietool Vragenuurtjes zijn iedere week op dinsdagmiddag 15.30-16.30 uur.

    Meld je aan voor één of meer sessies en zet je vraag in het aanmeldformulier. Je kunt zo vaak meedoen als je wilt en je kunt je tot op het laatste moment aanmelden. Na aanmelding ontvang je direct een link voor de Teams-meeting.

Veelgestelde vragen

Hoe zet ik kleine locaties in de CO2-tool?
Het is niet nodig kleine locaties allemaal apart in te voeren in de CO2-tool. Wij raden aan kleine panden samen te voegen op basis van het bouwperiode. Je kan dit doen door van de vergelijkbare locaties (veelal woningen) één fictief object te maken. Je telt dan het totaal oppervlak (GO) van deze locaties bij elkaar op. Doe dit enkel wanneer het aannemelijk is dat het uitvoeren van de CO2-reducrende maatregelen op een vergelijkbare manier verloopt. Lees meer over de bouwtechnische en energetische eigenschappen per bouwjaarklasse. Veel locaties? Bekijk ook deze veelgestelde vraag Werken met meerdere CO2-tools.
Hoe neem ik panden mee die worden of zijn afgestoten of gesloopt of vernieuwd?
Neem panden die worden afgestoten of gesloopt mee in je routekaart. Dit heeft immers grote invloed op het energieverbruik en de CO2-uitstoot!

Situatie 1: De vervangende nieuwbouw wordt opgeleverd in 2023 of later

Als de vervangende nieuwbouw opgeleverd wordt in 2023 of later dan neem je het gebruiksoppervlak mee op het tabblad Nieuwbouw. In dat geval worden de kengetallen op dit tabblad gebruikt om het energieverbruik in de toekomst te berekenen. Desgewenst kan je die aannames aanpassen.

Situatie 2: Er is al nieuwbouw voor een gesloopte locatie

In de CO2-tool maak je daartoe een tabblad voor het gebouw. Noem die bijv. “Locatie … (o)” en vul je algemene gebouwgegevens in (i.i.g. m2 GO), het jaar van sloop/afstoot en het energieverbruik vanaf 2018. Als er al vervangende nieuwbouw is, maak je daarvoor ook een tabblad. Noem die bijv. “Locatie …. (n)”. Vul ook hier algemene gegevens in (i.i.g. GO) het energieverbruik. Zorg dat het energieverbruik van de oudbouw en de nieuwbouw niet dubbelt in het jaar waarin beide in gebruik waren. Op welk tabblad je het energieverbruik van het laatste jaar van de oudbouw en het eerste jaar van de nieuwbouw invult, maakt niet uit.

Situatie 3: Terrein met meerdere gebouwen die deels gesloopt/gerenoveerd worden

Je hebt een terrein met meerdere gebouwen, waarvan er komende jaren een of meerdere gesloopt en herbouwd of gerenoveerd worden.
  • Je kan ieder gebouw op een eigen tabblad zetten. Dan gebruik je situatie 1 en 2 om de sloop/nieuwbouw te modelleren. Het inplannen van maatregelen is dan per gebouw en inschattingen van kosten en besparingen redelijk nauwkeurig. Maar, als er maar één energiemeter is, moet je het energieverbruik van de individuele gebouwen schatten. Daar zit dan een grote onnauwkeurigheid.
  • Je kan één tabblad voor het hele terrein gebruiken. Voeg voor de sloop/nieuwbouw een maatregel toe. Schat gas-, warmte- en elektrareductie (of toename) en vul die in. Voordeel is dat je niet het energieverbruik per gebouw hoeft te schatten. En, de Informatieplicht is per terrein. Nadeel is dat je aan een maatregelenoverzicht van meerdere gebouwen samen niet zo veel hebt voor je eigen werkplan: kosten en besparingen zijn te grof ingeschat.

Heb je de routekaart nodig voor de Milieuthermometer Zorg?

Een instelling kan er bij certificering voor de Milieuthermometer Zorg voor kiezen om op een vestiging waar meerdere gebouwen staan bepaalde gebouwen uit te sluiten. Dit wordt expliciet op het certificaat gemeld. Voor brons geldt bijvoorbeeld: “toegestaan mits dit minder dan 25% gebouwoppervlak betreft, of de uitgesloten gebouwen worden binnen 5 jaar gerenoveerd/gesloopt/afgestoten.” Ook dan is het verstandig deze panden wél in de de routekaart op te nemen.
Hoe lang is de routekaart geldig?
Een CO2- of portefeuilleroutekaart is maximaal vier of vijf jaar oud. Veelal worden het strategisch huisvestingsplan en het MJOP ook iedere vier of vijf jaar vernieuwd. De CO2-routekaart hoort mee te gaan in dat proces. Dit sluit ook aan bij de wetgeving die vierjaarlijks het inleveren van een EED-rapportage vraagt. Hierin wordt ook vooruitgekeken naar energiebesparende maatregelen in het vastgoed. De routekaart kan dan hierbij worden gebruikt. Als er sprake is van (tussentijdse) grote wijzigingen in de vastgoedportefeuille, zoals wanneer er nieuwbouw wordt ingepland of er panden worden toegevoegd of worden afgestoten, is het een logisch moment om de routekaart aan te passen of te updaten. Zo ook als er grote veranderingen zijn in geschatte investeringskosten en besparingen. Als er een nieuwe (of aangepaste) routekaart is, stuur deze dan ook weer op naar EVZ. Zo kunnen we blijven rapporteren over de actuele stand van zaken van de strategische verduurzaming van het zorgvastgoed. Sommige organisaties willen de jaarlijkse aanpassingen in het MJOP ook steeds in de CO2-routekaart verwerken. Stimular is van mening dat dit niet noodzakelijk is. Het kan echter wel, als dit jouw organisatie helpt om de verduurzaming van het vastgoed op de agenda te houden of vooruitschuiven van energiemaatregelen te voorkomen.  
Hoe worden nieuwbouw en toekomstige bestaande bouw meegenomen in de CO2-tool?

In versie 2.0 is aangepast hoe nieuwbouw meetelt in de CO2-reductietool. Op het tabblad Nieuwbouw lees je alle uitgangspunten.

Nieuw in versie 2.0 van de tool is de mogelijkheid bestaand vastgoed op een later moment aan je routekaart toe te voegen. Als je in de toekomst wel gaat uitbreiden of verhuizen, maar niet gaat nieuwbouwen kun je voor de nieuwe locatie een locatietabblad aanmaken. Geef in cel C11 aan in welk jaar je het in gebruik neemt en maak een schatting van het jaarverbruik. Het verwachte jaarverbruik vul je in bij het jaar van ingebruikname (in de cellen AN31 tot en met CJ37, je hoeft dit alleen te doen voor het jaar van ingebruikname). Pas daarna kun je energiebesparende maatregelen inplannen om deze locatie te verduurzamen. Nb. Uiteraard moeten ook andere basisgegevens ingevuld worden, zoals het gebruiksoppervlakte (GO) en bouwlagen. Hoe schat ik in wat het toekomstig verbruik is van een pand dat geen nieuwbouw is? Uit de sectoranalyse komende de volgende gemiddelde verbruiken (elektriciteit en aardgas) per bouwjaarklasse per m2 gebruiksoppervlakte:
  • Ouder dan 1964: 41 kWh/m2 en 13,7 m3/m2
  • 1965 tot en met 1974: 46 kWh/m2 en 15,2 m3/m2
  • 1975 tot en met 1984: 45 kWh/m2 en 13,8 m3/m2
  • 1985 tot en met 1991: 47 kWh/m2 en 14,0 m3/m2
  • 1992 tot en met 1995: 47 kWh/m2 en 13,5 m3/m2
  • 1996 tot en met 2009: 49 kWh/m2 en 10,7 m3/m2
  • 2010 tot en met 2021: 47 kWh/m2 en 7,4 m3/m2
Vermenigvuldig bovenstaande verbruiken met de totale gebruiksoppervlakte van het te betrekken pand. Maak je gebruik van een warmtenet? Deel de aardgascomponent dan door 32 om te komen tot Gigajoule per m2.