Circulair bouwen is bouwen volgens de principes van een circulaire economie. In een circulaire economie (lees meer over dit begrip bij waarom circulair bouwen) bestaat er geen afval. Producten en materialen blijven in gebruik en de natuur kan zichzelf herstellen. Circulair bouwen kan bijvoorbeeld betekenen dat een nieuw gebouw wordt ontworpen met hergebruikte materialen van een oud gebouw, of dat het zodanig wordt ontworpen dat het later eenvoudig gedemonteerd kan worden en de elementen waar het uit bestaat opnieuw gebruikt kunnen worden.
Demontabel of losneembaar bouwen is bouwen op een manier dat delen van een gebouw weer te demonteren zijn zonder ze te beschadigen. Hierbij worden losneembare verbindingen gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen schroeven en lijmen. Als op deze manier wordt gebouwd kunnen aan het eind van de gebruiksperiode elementen uit een gebouw genomen worden om opnieuw in te zetten. Door losneembaarheid in het ontwerp mee te nemen kunnen bouwmaterialen gemakkelijker worden hergebruikt.
Producten zijn modulair, demontabel, repareerbaar of gaan lang mee. Denk aan een fairphone die gemakkelijk te repareren is of door de tijd heen met modules te upgraden is. Denk bij een gebouw aan aanpasbaar en losneembaar bouwen.
Kringlopen kunnen beter worden gesloten als materialen in eigendom of beheer blijven van producenten en dienstverleners. Zij kunnen materialen het best opnieuw hoogwaardig inzetten. Gebruikers gaan dan een product leasen of een dienst afnemen en er vindt een verschuiving plaats van bezit naar gebruik. Er zijn al voorbeelden in de bouw van leaseconstructies met liften en gevels. Hierbij worden andere contractvormen gebruikt met de producent of een tussenpartij.
De circulaire economie opent ook de deuren voor nieuwe diensten. Een voorbeeld hiervan is het oogstcontract dat in plaats van het sloopcontract wordt aangeboden. Bij een oogstcontract maak je afspreken over de terugname (het oogsten) van de bouwmaterialen op een bepaald moment en tegen bepaalde prijzen, zie ook het voorbeeld Erasmus MC.
Bouwen is gelinkt aan uitstoot van broeikasgassen. Bekend is dat het energiegebruik van het gebouw directe (verbranden van aardgas) en indirecte (inkoop van elektriciteit) emissies veroorzaakt. Daarnaast zijn er ook emissies die ontstaan tijdens de bouw; bij het produceren van de materialen en bij het verwerken van het bouwafval als het gebouw wordt ontmanteld. Dit zijn de materiaalgebonden emissies. Een groot deel van de emissies gerelateerd aan een gebouw zijn materiaalgebonden emissies. Een belangrijk aandeel daarvan komt van de materialen uit de constructie.
Er is op het moment veel aandacht voor de emissiereductie gerelateerd aan het energiegebruik van het gebouw; isoleren, efficiënter en gasvrij verwarmen, zelf energie opwekken. Bouwen volgens de principes van een circulaire economie kan bijdragen aan het reduceren van de materiaalgebonden emissies. Bijvoorbeeld door hergebruik van bestaande bouwelementen in een nieuw bouwwerk. Of door gebruik van materialen met een hoog percentage secundaire of hernieuwbare grondstoffen.
Bij de keuze tussen renovatie of vervangende nieuwbouw komt veel kijken. Het is belangrijk circulair materiaalgebruik mee te nemen in de overwegingen zodat er niet met een tunnelvisie wordt ontworpen. Emissies kunnen vergaand gereduceerd worden als onderdelen van het oude gebouw (zoals de constructie) hergebruikt worden.
De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van materialen die in een gebouw worden toegepast. Hoe lager de MPG, hoe kleiner de milieubelasting van het materiaalgebruik. De MPG is een hulpmiddel om in het ontwerpproces te sturen op duurzaam materiaalgebruik. De MPG kan worden berekend met instrumenten zoals GPR Gebouw.
Bij het berekenen van de MPG wordt gebruik gemaakt van milieuprofielen van producten en materialen. Deze milieuprofielen zijn opgesteld door producenten en gebaseerd op een levenscyclusanalyse (LCA); een optelsom van de milieubelasting gedurende de hele levensduur, vanaf de winning van grondstoffen tot de afvalverwerking. Het milieuprofiel bestaat uit diverse milieueffecten, zoals uitputting van grondstoffen, klimaatverandering, toxiciteit en verzuring.
De milieuprofielen van basismaterialen, producten en elementen worden verzameld in de Nationale Milieudatabase (NMD).
In het rekeninstrument worden de materialen van het gebouw en de bijbehorende hoeveelheden ingevoerd. De milieueffecten worden omgerekend naar een monetaire eenheid, waardoor ze bij elkaar kunnen worden opgeteld. De totale som wordt gedeeld door de levensduur en door het bruto vloeroppervlak van een gebouw. Het resultaat van de berekening is de milieuprestatie van een gebouw (MPG), uitgedrukt in € schaduwkosten per m2 BVO per jaar. Schaduwkosten is een indicator voor milieu-impact gebaseerd op hoeveel het zou kosten om de belasting ongedaan te maken.
Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning kan een grenswaarde worden gesteld aan de MPG van een gebouw. Anno 2021 zijn er grenswaarden voor nieuwe gebouwen met als hoofdfunctie wonen en kantoor. Grenswaarden voor andere gebruiksfuncties dan nieuwbouw van woningen en kantoren en grenswaarden voor verbouw en transformatie zijn in ontwikkeling.
De grenswaarde wordt over de tijd heen aangescherpt. Vanaf 1 juli 2021 is de grenswaarde voor nieuwe woningen aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Naar verwachting wordt de grenswaarde in 2030 0,5. OP het moment is de eis vrij laag. De meeste gebouwen voldoen eraan zonder dat daar specifiek ontwerpbeslissingen voor worden genomen. Instrumenten zoals GPR en BREEAM vragen net als subsidies al langere tijd aanzienlijk lagere MPG-scores. Het ambitieniveau hangt sterk samen met de functie en bouwwijze van een gebouw, laat je hierover adviseren door een erkend bedrijf.
De MPG is een goed startpunt om bijvoorbeeld materiaalkeuzes voor een gebouw te maken. Voor circulair bouwen is het echter niet voldoende alleen hierop te richten. MPG houdt bijvoorbeeld geen rekening met de losmaakbaarheid van onderdelen.
Maandelijks actualiteiten ontvangen
Blijf op de hoogte van de CO2-routekaart en duurzaam zorgvastgoed met de EVZ nieuwsbrief.
Copyright © 2024 – Alle rechten voorbehouden | Privacyverklaring | Colofon | Cookiebeleid
De brancheorganisaties roepen alle zorgorganisaties op om een actuele, complete, vastgestelde CO2-routekaart op te sturen naar EVZ. De status van ingeleverde routekaarten staat op de ZorgDuurzaamKaart.