CO2‑routekaart, CO2-tool en huurvastgoed
CO2‑routekaart, CO2-tool en huurvastgoed
De portefeuilleroutekaart moet het vastgoed bevatten dat door de zorgorganisatie wordt gebruikt, gehuurd en verhuurd. Zie de handleiding Hoe om te gaan met gehuurd zorgvastgoed van EVZ die hier verder op ingaat. Om te weten hoe je dat handig doet, lichten we hier ook aanpalende energiewetgeving toe. En hoe je dit organiseert met de CO2-tool.
- Energiebesparingsplicht en huurvastgoed
- Informatieplicht 2023 en huurvastgoed
- EED 2023/2024 en huurvastgoed
- Energielabel en huurvastgoed
- Hulpmiddelen huurvastgoed
- Hoe vul je huurpanden in in de CO2-tool
- Wat als de zorgorganisatie niet de enige huurder is
- Hoe neem ik verhuurde panden mee in de CO2-routekaart
Energiebesparingsplicht en huurvastgoed
De energiebesparingsplicht (de uitvoer van energiemaatregelen met een terugverdientijd van max. 5 jaar) ligt vanaf 2023 voor de gebouwgebonden maatregelen bij de gebouweigenaar. De huurder blijft verantwoordelijk voor het uitvoeren van activiteitgebonden maatregelen (denk aan grootkeuken en productkoeling) en eventueel ook maatregelen waarvan in de demarcatielijst de verantwoordelijkheid anders is vastgesteld (denk aan verlichting; is gebouwgebonden, maar hoort veelal bij de huurder).
Informatieplicht 2023 en huurvastgoed
In 2023 ligt de verantwoordelijkheid voor de Informatieplicht nog bij de ‘drijver van de inrichting’ (dus niet bij de eigenaar zoals eerder te lezen was op de website van RVO).
EED 2023/2024 en huurvastgoed
In de EED moet alle utiliteitsbouw die de zorgorganisatie gebruikt meegenomen worden, ook kleine panden en gehuurd vastgoed. De zorgorganisatie is voor haar huurpanden hierbij afhankelijk van de informatie van de verhuurder.
Energielabel en huurvastgoed
De verhuurder is verplicht een energielabel mee te geven aan de huurder. Aan de hoogte van het energielabel zitten (nog) geen verplichtingen (uitgezonderd kantoorpanden label C per 2023).
Hulpmiddelen huurvastgoed
Hoe vul je huurpanden in in de CO2-tool?
EVZ adviseert zorgorganisaties huurpanden (gehuurd en verhuurd) op te nemen in de CO2-tool. Voor de EED heeft de zorgorganisatie deze info namelijk nodig.
- Maak voor iedere verhuurder een eigen CO2-tool. Hierin vult de zorgorganisatie haar deel in. In versie 2 kan je per maatregel aangeven bij wie deze maatregel op de demarcatielijst staat. Zie kolom H: voor ons (=zorgorganisatie), voor verhuurder, voor huurder (bij onderhuur). Dat heeft als voordeel dat kosten voor eigen organisatie en kosten voor verhuurder gescheiden blijven. Bij de kosten voor de verhuurder staan dan mogelijk ook kosten voor wat eigen maatregelen (het huurdersdeel), maar veelal zal dat weinig zijn vergeleken met de kosten voor de eigen gebouwen.
- Stuur de CO2-tool toe aan de verhuurder om de info over de gebouwgebonden maatregelen in te vullen.
- Gebruik het overkoepelend dashboard om deze en andere CO2-tools samen te voegen en een totaaloverzicht te hebben voor de hele zorgorganisatie.
Wat als de zorgorganisatie niet de enige gebruiker van een pand is?
Als er meerdere gebruikers zijn, dan is het het beste samen één CO2-routekaart te maken voor het hele pand. Het is vaak lastig om de gebouwdelen uit elkaar te trekken in meerdere routekaarten.
Zorg dat de basisgegevens en het energieverbruik matchen. Dus bijv. niet van een gebouw met service-appartementen het gehele oppervlak en alleen het energieverbruik van de gezamenlijke ruimtes. Dan werken de schattingen van de investeringen en besparingen niet.
Vaak is niet van alle gebruikers het energieverbruik bekend. Dit kan geschat worden.
- Voor serviceappartementen bijvoorbeeld met gemiddelden voor woningen, bijvoorbeeld met de informatie van Milieucentraal. Hier wordt een verdeling gemaakt op basis van aantal bewoners en woningtype, zowel voor elektra als gas. Het gasverbruik kan hoger zijn in zorgappartementen door hogere binnentemperaturen, meer aanwezigheid of ‘slecht’ gedrag.
- Voor een gezondheidscentrum bijvoorbeeld met de gemiddelden die Stimular berekende voor huisartsen.
- Evenzo voor kantoren.
Hoe vul je huurpanden in in de CO2-tool?
Vanaf 2023 zijn verhuurders verantwoordelijk voor de Informatieplicht van de door hen verhuurde gebouwen. Verhuurders hebben zelf inzicht in de stand van zaken van gebouwgebonden maatregelen. Voor procesgebonden maatregelen (denk aan grootkeuken of productkoeling) zijn zij afhankelijk van hun huurders voor deze informatie.
EVZ adviseert zorgorganisaties huurpanden op te nemen in de CO2-tool. Voor de EED heeft de zorgorganisatie deze info namelijk wél nodig.
- Maak voor iedere verhuurder een eigen CO2-tool. Hierin vult de zorgorganisatie haar deel in. In versie 2 kan je per maatregel aangeven bij wie deze maatregel op de demarcatielijst staat. Zie kolom H: voor ons (=zorgorganisatie), voor verhuurder, voor huurder (bij onderhuur). Dat heeft als voordeel dat kosten voor eigen organisatie en kosten voor verhuurder gescheiden blijven. Bij de kosten voor de verhuurder staan dan mogelijk ook kosten voor wat eigen maatregelen (het huurdersdeel), maar veelal zal dat weinig zijn vergeleken met de kosten voor de eigen gebouwen.
- Stuur de CO2-tool toe aan de verhuurder. Deze kan de informatie overnemen voor de Informatieplicht.
- Vraag aan de verhuurder de informatie over de gebouwgebonden maatregelen retour. Dit kan in een aangevulde CO2-tool of in een uitdraai van het e-loket voor de Informatieplicht. Vul in dit geval de CO2-tool aan met deze gegevens.
- Gebruik het overkoepelend dashboard om deze en andere CO2-tools samen te voegen en een totaaloverzicht te hebben voor de hele zorgorganisatie.
Zie ook de Voorbeeldbrief aan de verhuurder.
Wat als de zorgorganisatie niet de enige huurder is?
Als er meerdere huurders zijn, dan is het het beste samen één CO2-routekaart te maken voor het hele pand. Het is vaak lastig om de gebouwdelen uit elkaar te trekken in meerdere routekaarten.
Zorg dat locatiegegevens en energieverbruik met elkaar matchen. Als je bijv. van een gebouw met serviceappartementen het hele vloeroppervlak opneemt, en alleen energieverbruik van de gezamenlijke functies (gangen, bergingen, etc.) dan worden de investeringskosten en besparingen niet goed geschat.
Vaak is het energieverbruik niet van allen huurders bekend. Dit kan geschat worden.
- Voor serviceappartementen bijvoorbeeld met gemiddelden voor woningen, bijvoorbeeld met de informatie van Milieucentraal. Hier wordt een verdeling gemaakt op basis van aantal bewoners en woningtype, zowel voor elektra als gas. Het gasverbruik kan hoger zijn in zorgappartementen door hogere binnentemperaturen, meer aanwezigheid of ‘slecht’ gedrag.
- Voor een gezondheidscentrum bijvoorbeeld met de gemiddelden die Stimular berekende voor huisartsen.
- Evenzo voor kantoren.
Hoe neem ik verhuurde panden mee in de CO2-routekaart?
Het verbruik van elektriciteit en gas door de huurder(s) is vaak niet bekend bij de verhuurder. Dit kan geschat worden, zie voor tips hierboven.