Soms is het handig om meerdere kleine gebouwen niet individueel maar gesommeerd op één tabblad in de CO2-tool te zetten. Bijvoorbeeld door ze te clusteren op basis van bouwjaar. De volgende indeling is dan handig:
- Periode voor 1965: historisch vastgoed
- Periode 1965-1975: vastgoed uit de modernistische tijd
- Periode 1975-1985: functioneel matig vastgoed
- Periode 1986-1992: functioneel verbeterd vastgoed
- Periode 1992-2020: Vinex vastgoed
- Periode na 2021: recent vastgoed
De leeftijd van vastgoed zegt veel over de mate van duurzaamheid. In het algemeen is het zo dat hoe ouder het vastgoed is, hoe slechter de (energetische) duurzaamheid. Dat oud vastgoed minder duurzaam is, komt voornamelijk omdat de regelgeving, die destijds de minimum kwaliteit van de energetische duurzaamheid bepaalde, vroeger veel lagere drempels kende. Met name de aanpassingen van de regelgeving in 1965, 1975, 1992 en 2012 waren van dien aard dat deze tijdstippen in de handleiding als markeerpunten voor periodes wordt gezien.
Hieronder lees je per periode een toelichting op de functionele en energetische kwaliteit en de kansen om te verduurzamen.
Periode voor 1965: historisch vastgoed
Dit vastgoed heeft van oorsprong steens of halfsteens muren en ongeïsoleerde daken en vloeren. Vaak heeft het meerdere renovaties en/of restauraties ondergaan, waardoor de huidige bouwkundige staat complex is. Vaak heeft dit vastgoed een aantrekkelijke uiterlijk.
Door de complexiteit is geen generieke verduurzamingsaanpak beschikbaar. Verduurzaming van dit soort gebouwen is vaak kostbaar. Overweeg of de locatie/het pand echt toegevoegde waarde heeft of dat het beter kan worden afgestoten.
Periode 1965-1975: vastgoed uit de modernistische tijd
Vastgoed uit de modernistische tijd heeft spouwmuren, slechts ten dele dubbelglas en kleine sanitaire ruimtes. Dit vastgoed heeft veelal in de jaren 1990–2000 een renovatie ondergaan en daarbij voorzien van isolatie en dubbelglas. Vastgoed uit de modernistische tijd staat vaak op onaantrekkelijke locaties.
Het ligt niet voor de hand dat bij het volgende natuurlijk moment (2015-2025) weer tot renovatie wordt overgegaan. Vooral vanwege de verouderde plattegronden en de relatief hoge kosten voor verduurzaming. Het vastgoed is vanwege de onaantrekkelijke locatie ook slecht afstootbaar. Veel van dit vastgoed zal dus worden gesloopt.
Periode 1975-1985: functioneel matig vastgoed
Vastgoed van voor 1985 is van aanzienlijk lagere functionele kwaliteit dan vastgoed van na 1985, doordat de functionele normen voor zorggebouwen toen aangescherpt werden.
Dit vastgoed heeft veelal in de jaren 2000-2022 een renovatie ondergaan. Door de lage kwaliteit is een volgende renovatie, die logischerwijs tussen 2025-2047 plaatsvindt, niet aannemelijk. Verduurzamen is eveneens financieel meestal geen optie. Het aan te raden vervanging voor dit vastgoed te zoeken.
Periode 1986-1992: functioneel verbeterd vastgoed
Dit vastgoed heeft aanzienlijk hogere kwaliteit dankzij de functionele normen voor zorggebouwen die na 1985 zijn ingegaan. Dit vastgoed is vaak in trek bij bewoners, omdat het zich op aantrekkelijke locaties bevindt. De beglazing is vaak een combinatie van enkel en dubbel glas. De spouwen van de gevels zijn ca. 10 cm en ongeïsoleerd.
Zowel verduurzamen als vervangende nieuwbouw zijn opties, waarbij vervanging vaak meer voor de hand ligt.
Periode 1992-2020: Vinex vastgoed
Vastgoed van na 1992 heeft geïsoleerde spouwmuren. Vaak geldt: hoe later het bouwjaar, hoe beter de isolatie. Dat geldt ook voor de mate van luchtdichtheid en isolatiewaarde van de beglazing. Binnen het Vinex vastgoed onderscheidt TNO 5 bouwperiodes. hieronder staan de energetische eisen en kenmerken per periode.
Een deel van het Vinex vastgoed is gerenoveerd (vanaf 2017). Vaak is dan de dakisolatie verbeterd. Het meeste Vinex vastgoed zal moeten worden verduurzaamd op een komend natuurlijk moment. Verduurzaming is voor dit vastgoed zowel functioneel als financieel goed mogelijk.
1995 tot 2000
EPC-eis gezondheidszorgfunctie met bedgebied: 4,7
EPC-eis andere gezondheidszorgfunctie: 2,0
Beglazing: dubbel HR glas.
Gevels: spouw geïsoleerd (ca. 8 cm), luchtspouw 4 cm, slechte luchtdichting.
Dak (plat): dakisolatie 10 cm.
Vloeren geïsoleerd.
2000 tot juli 2002
EPC-eis gezondheidszorgfunctie met bedgebied: 3,8
EPC-eis andere gezondheidszorgfunctie: 1,8
Beglazing: dubbel HR+ glas.
Gevels: spouw geïsoleerd (ca. 10 cm), luchtspouw 4 cm, matige luchtdichting.
Dak(plat): dakisolatie 15 cm.
Vloeren geïsoleerd.
juli 2002 tot 2009
EPC-eis gezondheidszorgfunctie met bedgebied: 3,6
EPC-eis Andere gezondheidszorgfunctie: 1,5
Beglazing: dubbel HR+ glas.
Gevels: spouw geïsoleerd (ca. 10 cm), luchtspouw 4 cm, matige luchtdichting.
Dak(plat): dakisolatie 15 cm.
Vloeren geïsoleerd.
2009 tot 2015
EPC-eis gezondheidszorgfunctie met bedgebied: 2,6
EPC-eis andere gezondheidszorgfunctie: 1,0
Beglazing: dubbelglas HR++.
Gevels: spouw geïsoleerd (ca. 10 cm), luchtspouw 4 cm, redelijke luchtdichtheid.
Dak(plat): dakisolatie 20 cm.
Vloeren geïsoleerd.
2015 tot 2021
EPC-eis gezondheidszorgfunctie met bedgebied: 1,8
EPC-eis andere gezondheidszorgfunctie: 0,8
Beglazing: dubbelglas HR++.
Gevels: spouw geïsoleerd (ca. 13 cm), luchtspouw 4 cm, goede luchtdichtheid.
Dak(plat): dakisolatie 20 cm.
Vloeren geïsoleerd.
Periode na 2021: recent vastgoed
Sinds dit jaar is de EPC vervangen door BENG (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). Dit houdt in dat de energiebehoefte in deze gebouwen nog verder wordt teruggebracht, er meer hernieuwbare energie wordt benut en dat er meestal geen aardgasaansluiting meer is. Dit vastgoed is vaak al voorzien van zonnepanelen, warmtepompen en zeer goede isolatie. Het is daarom vaak moeilijk om nog grote stappen te maken om het energieverbruik in 2030 te halveren.
Bron data: Sectorale routekaart care